Geschiedenis



Geschiedenis Molen De Hoop te Stiens

Waarschijnlijk is rond 1400 de eerste molen in Stiens gevestigd. Eerst op een andere locatie, maar in 1847 werd in Stiens een nieuwe korenmolen gebouwd met molenaarswoning, stalling en wagenhuis.
Een jaar later wordt deze wiekendrager reeds te koop aangeboden. In 1848 was Jan Pieters Duinkerk, molenaar te Kollum voor ƒ 5.000,-- eigenaar geworden. Zijn zoon Pieter Jans Duinkerk oefende hier echter het molenaarsambacht uit.
Omdat de molen met een vlucht van 62 voet (ca. 18 meter) hem vermoedelijk te klein was, liet vader J.P. Duinkerk in 1851 een nieuwe molen bouwen met een vlucht van 74 voet (ca. 22 meter). Toen de stenen onderbouw in 1853 gereed was, liet Duinkerk een tweetal steentjes in boven de deuren aanbrengen met genoemd jaartal. In 1854 was de molen geheel maalvaardig; de rietdekkers hadden opdracht gekregen om het jaartal 1854 op kunstige wijze in de rieten mantel aan te brengen. De molen, die in 1847 was verrezen, werd door Duinkerk op afbraak verkocht.
Op 5 december 1856 verkocht Duinkerk ook zijn twee jaar geleden gereed gekomen molen met woonhuis en alle lossen en vaste goederen en gereedschappen, uitgezonderd het paard, de zakken en de evenaar met schalen en gewichten.
Auke Jacobs Bakker, molenaar te Vrouwenparochie, werd toen voor ƒ. 14.000,-- eigenaar. Deze laatste voorzag het bedrijfje tevens van een lijnzaadpletterij.
Op 26 oktober 1872 gaat de molen voor hetzelfde bedrag over in eigendom van Dirk Jans van der Wal.
Op gerechtelijk bevel moest de molen in 1886 geveild worden. Voor een bedrag van ƒ. 7.000,--
Molen 1903
werd Jan Johannes van der Leij de nieuwe eigenaar. Toen deze in 1911 overleed ging de molen over in handen van zijn zoon Johannes Jans van der Leij. Elf jaar heeft deze nog met de molen gemalen, want in 1922 werd de windmolen door afbraak van de bovenbouw tot doofpot gedegradeerd.  
Vele jaren is het dan stil om de molenromp. Hij wordt dan voor allerlei opslag gebruikt.
In 1972 koopt Franciscus Andringa de onderbouw.
Zogenaamde doofpot

In 1976 werd de onderbouw van de molen door de gemeente Leeuwarderadeel aangekocht voor een bedrag van ƒ12.500, waarna in september 1977 op suggestie van de directeur gemeentewerken dhr. D. Kuipers kon door bouwbedrijf Tacoma uit Stiens worden begonnen met de restauratie, die dus bijna twee jaar in beslag nam.
Op 9 mei 1979 was de restauratie van korenmolen 'De Hoop' te Stiens voltooid. De totale restauratiekosten kwamen op ƒ595.000,- waarvan de gemeente Leeuwarderadeel ƒ275.000,- voor haar rekening nam.

In 1979 waren de “Echte Bakkers” in regio Friesland op zoek naar een molen die in navolging van een Molen “De Vrijheid” te Schiedam voor hen regionaal het echte windgemalen molenmeel kon malen. Na veel overleg werd in 1980 door de “Echte Bakkers” “Molen De Hoop bv” opgericht met een onbezoldigde directie. De drijvende kracht hierachter was de Stienzer bakker Johannus Bijlsma en later ook accountant Sjoerd Fennema.
Begin 1980 wordt Gert Klijnstra uit Kubaard als molenaar op de molen benoemd waarna de verdere benodigde inventaris zoals silo’s pletwals en elevator worden ingebouwd. Op 23 april 1980 wordt de molen officieel geopend en in productie genomen. Verdere verbeteringen worden door de molenaar op en aan de molen aangebracht, zoals een kruilier met rondgaande ketting en fokwieken met automatisch werkende remkleppen.
In de jaren erna neemt de productie van de molen steeds verder toe met aanvankelijk een hoeveelheid van rond de 10.000 kg per week en in het jaar 1984 zelfs 12.500 kg per week ten gevolge van het alom geprezen brooddieet.
In 1986 kwam Bas Kalkman als 2e molenaar op de molen. Vanaf het begin waren er al direct al een aantal vrijwillige molenaars die actief op de molen mee hielpen o.a. door verkoop van de meelproducten en uitbreiding en verbetering van de technische installatie. In 1988 wordt er een schuur naast de molen gebouwd met silo’s voor graanopslag en een graanreiniging.

Op 1 januari 1992, tijdens de viering van oud en nieuwjaar, valt de molen door een vuurpijl ten prooi aan de vlammen. De gehele molen en inventaris gaat verloren.

Gelukkig kan dankzij een goede verzekering heel snel met de herbouw worden begonnen. De productie wordt tijdelijk opgevangen door molenaar Tollenaar te Birdaard waardoor de afnemers niet zonder meel komen te zitten. Omdat de molen nu toch opnieuw herbouwd moet worden, wordt gezocht naar een optimale indeling en inrichting van de molen. Dankzij een Stienzer actiecomité die door middel van de verkoop van  molentekeningen geld inzamelt, is ook de aanschaf van door de molenaars gewenste automatische Ten Have-kleppen mogelijk geworden. Hierdoor is de molen wanneer deze op 23 april 1993 wordt heropend, de modernste windkorenmolen ter wereld. De aansturing van de apparatuur, het melangeren en het graantransport gebeurd geheel automatisch met de computer. Alleen het hart is nog steeds als vanouds met de klassieke windaangedreven molenstenen.

Helaas werd het geen succes, niet zozeer vanwege de opzet, maar vooral omdat het tij voor ambachtelijk graanmalen inmiddels was gekeerd. Het bedrijf heeft nooit echt optimaal kunnen functioneren en de omzet daalde steeds meer. Na het vertrek van molenaar Klijnstra in 1999 nam Cees Notenboom het bedrijf over, maar rond 2002 kwam de molen stil te staan.

In 2004 kwamen de molen, inventaris en de naastgelegen graanschuur in de handen van de gemeente Leeuwarderadeel. Een groep vrijwillig molenaars, die zich nog steeds betrokken bij de molen voelden, richten in 2005 de stichting “Molen de Hoop Stiens” op die de molen beheert. Sindsdien wordt er op de molen alle zaterdagen gedraaid en meel verkocht. Met de komst in 2008 van de naastgelegen supermarkt moest een deel van de schuur van de molen gesloopt worden. Hiertoe werd de inventaris hiervan ontmanteld en verkocht wat inhield dat de molen niet meer op de oude voet zou kunnen produceren. Om te zorgen dat er toch weer, echter kleinschalig, geproduceerd kan worden zijn er enige aanpassingen aan het interieur uitgevoerd. Sinds eind 2016 kan er weer volkorenmeel gemalen worden en is er met de plaatselijke bakkers overeen gekomen om dit af te nemen en er Stienser volkorenbrood en andere plaatselijke lekkernijen van te maken.

De schuur is grotendeels door eigen mankracht verbouwd en is er een zolderverdieping in aangebracht. Hier heeft zich een molenzeilmaker gevestigd. Op de begane grond is een kantine/instructieruimte met keuken, een werkplaats en een afweegruimte gerealiseerd.